Over de wil

Wil…Willen

Lezing ter introductie van het nieuwe jaarprogramma over de kracht die de wil is, het leren kennen van die kracht en die kracht leren besturen.
Gehouden door Magda Maris op 20 april 2019.

Annemarij en ik willen ons in het laatste deel van ons opleidingsleven bezig gaan houden met onderwerpen die ons interesseren en die we daarom bestuderen.
Wanneer we onze studie, onze kennis kunnen delen met gelijkgestemde mensen, die net als wij willen blijven leren en het belang van een doorgaand bewustzijnsontwikkelings-proces inzien,
willen we voor die mensen en onszelf een leer- ontwikkelingstraining ontwerpen.
Daarom zijn we nu bezig met het ontwikkelen van een eenmalige training betreffende ‘het willen willen’.
Zolang wij bewust leven, zullen wij ons ontwikkelen. Dat is onze wil en natuurlijk is daar van alles voor nodig.

Mensen staan er vaak niet bij stil dat de wil iets anders is dan de wens of het verlangen.
De wens of het verlangen kan de energie die de wil is, op gang brengen, maar is niet hetzelfde.
Als je zegt of denkt ‘ik wil dat iedereen gelukkig is’, zeg je wel iets aardigs, maar het blijven mooie woorden zolang je er niet wat aan gaat doen.
Willen leidt tot daden: iemand met een sterke wil is niet passief en zit niet stil, iemand met een zwakke wil bereikt niet veel.
In onze taal zijn er vele gezegden en spreekwoorden voor:

willen is kunnen
waar een wil is is een weg
als de wil maar goed is kan men veel doen
met de wil kan men bergen verzetten
die wil wil hebben moet wil doen
zij kan wel maar zij wil niet
hij is niet slecht maar zwak van wil

De wil is een energie die in ieder van ons aanwezig is en die ieder van ons kan trainen en leren besturen. Als je dat niet leert, blijft je wil onbewust en verwar je hem met je wensen, verlangens, behoeften, dromen, etc. Besef van de wil is niet iedereen gegeven. Mensen weten vaak eerder wat ze niet willen dan wat ze wel willen. In de opvoeding wordt vaker gezegd: Ik wil niet dat je … Bijvoorbeeld: ‘ik wil niet dat je met die mensen omgaat …’in plaats van: ‘ik wil dat je ander gezelschap zoekt.’ Of: ‘ik wil niet dat je rookt’ in plaats van: ‘ik wil dat je gezond blijft.’
Opvoeders hebben het vaak niet in de gaten maar door hun kinderen te vertellen wat ze niet van ze willen, brengen ze hun kinderen een negatieve wil bij, waar ze in hun volwassenheid behoorlijk last van kunnen krijgen.

De wil is een kracht die je positief kunt leren gebruiken. Aristoteles zei: ‘De wil beweegt door het verlangen’ en die verlangens worden lichamelijk gevoeld.
Het voelt heel anders als je zegt “ja ik wil” dan wanneer je zegt “nee ik wil niet” probeer het maar.
Als kind wordt je wil geprogrammeerd door je opvoeders. Wanneer je het goed doet in hun ogen word je beloond; wanneer je het niet goed doet: geen beloning en soms straf.
Je leerde wat zij goed vonden en leerde af wat ze niet goed vonden.
Het ‘programma’ dat je zo hebt gevormd, bepaalt niet alleen je bewuste maar ook je onbewuste wilsbesluiten. Hierdoor is het verschil tussen willen en moeten onduidelijk geworden.

de wil willen
Een leerling bejammerde de moeilijkheden die hij tegenkwam in zijn pogingen om dichter bij God te komen: ‘maar ik wil echt een goede Jood worden’ zo zei hij met nadruk tegen rabbi Nachman.*)
‘Maar’ zo zei de Rebbe, ‘wil je ook echt willen?!’
Willen is een sterke energie die voor een groot gedeelte onbewust is en daardoor bespeeld kan worden door de reclame, door dictators zoals destijds in Nazi-Duitsland.
Zoals nu met de Jihadisten.
De wil is de levensenergie; die energie is heel intens. Het is een zijnsproces, daar moet je je bewust van worden en mee leren omgaan, dat begint met er kennis van te krijgen, pas dan kun je leren er mee om te gaan. Het is een training.
Wil je echt willen? Graaf Dürckheim zei over dat willen: ‘Je moet zijn als een jachthond die wild ruikt, hij gaat hij er met volle passie op af … er is niets anders dan dat!’

training van de wil.
Je kunt je wil trainen zoals het leren zwemmen een training is. Wat heb je eraan om te leren zwemmen? Veel!
Als kind verlangde ik ernaar want pas als ik kon zwemmen, kon ik deelnemen aan het waterplezier en had ik minder kans te verdrinken.
Als je het niet kunt sta je aan de kant terwijl anderen die het wel kunnen plezier maken in het water.
Ik heb de schoolslag op de vuilnisbak geleerd van mijn moeder en die geoefend in het water van ‘het diepe’ van natuurbad Mooi Zeist, bijgestaan door mijn vriendinnetje Rena, die het in O.Z.E.B.I. in Utrecht had geleerd. Eerst even los van het trapje, dan van het trapje naar de eerste paal van de brug, dan naar de tweede paal van de brug, dan naar de derde … dan helemaal naar de overkant. Elke dag een of twee meter verder. En tenslotte van de duiktoren springen, eerst de lage plank dan de middelste en dan de hoogste! Wat een plezier heeft het ‘kunnen zwemmen’ me gebracht!

Ik had de wil om te leren zwemmen, die wil werd ook gestimuleerd door mijn omgeving.Dat wil niet zeggen dat ik niet bang was.
Ik was bang om ‘koppie onder’ te gaan en een zwemband had ik niet maar ik had wel het geloof dat ik het zou kunnen leren en toen ik voor het eerst los was van het trapje en de eerste paal haalde was ik blij en vol lust om verder te gaan. Ik had er zin in, ik had de wil! Het opende een nieuwe wereld voor mij.

de wil besturen
De wil is volgens Van Dale*) ‘het menselijk vermogen bewust te streven om over te gaan tot het verrichten van een handeling waarvan het resultaat gewenst wordt, dan wel naar het doen intreden of bestendigen van een toestand.’
Een ‘menselijk vermogen’: een kracht die kan worden gebruikt om een gewenst doel te bereiken.
Het is van belang dat ieder mens zijn eigen wil leert kennen en meer en meer tot zijn beschikking krijgt en die wil helder leert houden en zich niet laat bespelen door de invloed van de omgeving zoals bijvoorbeeld politiek, reclame, mode, hypes e.d.

hij is niet slecht maar zwak van wil.
Een sterke wil heeft iemand die de eenmaal voorgenomen handelingen met kracht beproeft en ze vastberaden doorzet ondanks nieuwe prikkels in tegengestelde zin.
Nieuwe prikkels in tegengestelde zin.
Hier komt de tegenstrever in beeld, de interne verleider die je influistert: ‘ach joh, laat toch zitten.. zo belangrijk is het niet.. al dat werk, en waarvoor?’
Hij of zij is de Ergerlijke Door-Drammende Influisteraar, de innerlijke afkeurder, die altijd in tweede instantie komt en geprojecteerd wordt op de omgeving:
ze zullen wel denken dat ik gek ben! Laten we hem Eddi noemen. (Alles wat een naam heeft kun je bestrijden.)

uitvoeren van de wil
De wil is een universele energie, waar we allemaal deel aan hebben.
Met ons vormende ego kunnen wij een doel stellen.
Wij kunnen met ons voorstellingsvermogen de weg naar dat doel zien.
Wanneer wij met onze handen en voeten werken zullen wij dat doel bereiken.
De energie van willen is er altijd en overal, je bent je daar nauwelijks van bewust.
Het is een bron, een sterk drijvende kracht die we nodig hebben in onze steeds veranderende wereld.
We kunnen leren van die energie te tappen.
En daar gaat het ons om; dat willen we in de komende training leren!

————

*Rabbi Nachman in ‘Geef mij uw Hart’. Nederland, Kosmos Z&K.

*Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal. Utrecht: Van Dale.